De gemeenteraad en het college hebben met elkaar afgesproken om alle besluiten van de voormalige gemeenten in de Hoeksche Waard te respecteren. Als door de voormalige gemeenten genomen besluiten in de praktijk niet uitvoerbaar blijken te zijn, dan moet het betreffende besluit opnieuw door het college aan de gemeenteraad voorgelegd worden. Alleen de raad kan die besluiten eventueel veranderen. Het college is niet het bevoegde orgaan om die besluiten te negeren of daar zelf verandering in aan te brengen. De praktijk wijst echter anders uit.

Op grond van de Gemeentewet hebben raadsleden de wettelijke mogelijkheid om schriftelijk of mondeling vragen te stellen aan het college. In de wet staat alleen dat vragen gesteld mogen worden en niet dat het verplicht is om antwoorden te geven of op die vragen te reageren. Het kunnen stellen van vragen wekt wel de verwachting dat er een antwoord komt. Daarnaast is dit een belangrijk onderdeel van de controlerende functie van de raad. Daarom is dit ook in de wet opgenomen.

Uit de praktijk is gebleken dat niet alle collegeleden zich verplicht voelen om alle vragen te beantwoorden en dus verschillende vragen onbeantwoord laten. Er komt zelfs geen bericht dat de vraag niet beantwoord wordt of dat men vergeten is om deze te beantwoorden. Als schriftelijke vragen niet beantwoord worden, dan kunnen die volgens het reglement van orde alsnog mondeling in de raadsvergadering gesteld worden. Dat is een ongewenste ontwikkeling, omdat wij met zijn allen het aantal mondelinge vragen beperkt willen houden. Het is bij Constructief Hoeksche Waard volstrekt onduidelijk wat het beleid van het college is inzake het al of niet willen beantwoorden van vragen.

Onze vragen aan het college zijn:

Vraag 1

Wat vindt het college ervan dat de gemaakte afspraken omtrent het respecteren van de door de voormalige gemeenten genomen besluiten niet nagekomen worden en hoe denkt het college daar in de toekomst, tijdens deze en volgende raadsperioden, mee om te gaan?

Antwoord

Per 1 januari 2019 is gemeente Hoeksche Waard de rechtsopvolger van de 5 voormalige gemeenten en de gemeenschappelijke regelingen ISHW, SOHW en WIHW. Het is dan ook logisch dat de nieuwe gemeente streeft naar consistentie en continuïteit van beleid. In dat kader hebben we afgelopen jaren gezamenlijk een forse harmonisatieslag op tal van beleidsterreinen uitgevoerd. En daarnaast worden de vele besluiten die de voormalige gemeenten eerder hebben genomen op tal van dossiers zoveel mogelijk verder in procedure en tot uitvoering gebracht.

Soms wordt echter duidelijk dat op basis van de huidige inzichten en/of context van de nieuwe gemeente een eerder genomen besluit bij nader inzien heroverwogen moet worden. Voor zover het daarbij gaat om taken en bevoegdheden van de raad (waarvan niet in alle door Constructief Hoeksche Waard genoemde voorbeelden sprake is) leggen wij dergelijke voorstellen aan uw raad voor.

Wat betreft die voorbeelden verwijzen wij u kortheidshalve naar de eerder en meermaals door de fractie Constructief Hoeksche Waard gestelde en door ons beantwoorde technische en schriftelijke vragen.

Vraag 2

Wat kan het college aangeven over het niet beantwoorden van bepaalde vragen van raadsleden, zoals dit “wettelijk” mogelijk is gemaakt om de controlerende functie zo goed mogelijk in te kunnen vullen? Wij gaan ervan uit dat deze 2 vragen in ieder geval wel beantwoord worden, zodat wij weten waar wij aan toe zijn.

Antwoord

De Gemeentewet biedt raadsleden verschillende instrumenten om invulling te geven aan de kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende rol. Een daarvan is de mogelijkheid om mondelinge of schriftelijke vragen te stellen aan het college of de burgemeester.

De voor onze organisatie vastgestelde sturingsfilosofie kent drie pijlers. Naast opgavegericht en dorpsgericht is dat 100% dienstverlenend werken. Dat geldt vanzelfsprekend ook voor de vragen en wensen vanuit de raad. Uitgangspunt is dat de door de raad of raadsleden gevraagde informatie zo snel mogelijk wordt geleverd. Hierbij gaat het niet alleen om schriftelijke vragen, maar ook om vele technische vragen (al dan niet naar aanleiding van een voor een beeldvormende of oordeelsvormende bijeenkomst geagendeerd onderwerp) en voor het vragenhalfuur in de raadsvergadering aangekondigde vragen.  

Zoals beschreven in de door de griffier opgestelde notitie over het instrument vragenrecht, monitoren de ambtelijke organisatie en de griffie met elkaar op basis van duidelijke werkafspraken de termijn van afdoening van schriftelijke en tech- nische vragen. In de meeste gevallen lukt het om de door raadsleden gestelde vragen binnen de daarvoor afgesproken termijn te beantwoorden. In een enkel geval is er meer tijd nodig. Zoals eerder met u afgesproken is de lijn dat we in dat geval de raad via de griffie laten weten dat en waarom er meer tijd nodig is en wanneer de beantwoording wel te verwachten is. Het is en blijft mensenwerk. Dat betekent dat ondanks deze afspraak in de praktijk er wel eens een vraag tussendoor glipt. Naar ons idee is dit echter hoge uitzondering. En wanneer dit wordt opge-merkt, wordt dit direct hersteld.

Wij herkennen ons dus niet in het door de fractie van Constructief Hoeksche Waard opgeroepen beeld dat uit de praktijk gebleken is dat niet alle collegeleden zich verplicht voelen om alle vragen te beantwoorden en dus verschillende vragen onbeantwoord laten

Beantwoording van de vragen binnengekomen op 27 september 2021!